Traben-Trarbach
De geschiedenis van de stad
De stad Traben-Trarbach bestaat uit twee oorspronkelijk zelfstandige gemeenten rechts (Trarbach) en links (Traben) van de Moezel. Traben werd in 830 voor het eerst in oorkonden vermeld, de naburige gemeente daarentegen pas in 1142. Het grondgebied van Traben strekte zich uit over beide oevers van de rivier. De gemeente was voornamelijk gericht op de landbouw. Trarbach ontstond in een beekdal. De bouwgrens schoof langzaam op richting de Moezel. Na 1233 werd Trarbach de hoofdstad van het graafschap Sponheim. Ze kreeg weliswaar geen stadsrechten, maar moest wel de functie van bestuurscentrum vervullen. In 1557 werd de Reformatie ingevoerd.
Met de bezetting van het Rijnland door de Franse revolutietroepen (1794) werd de regio opnieuw ingedeeld. Trarbach werd de zetel van een burgemeester (maire) en werd met Traben en enkele gemeenten uit de Hunsrück samengevoegd tot een bestuurseenheid. De gemeenten Trarbach en Enkirch vormden het kanton Trarbach. Het Pruisische bestuur, dat vanaf 1814 regeerde over de gebieden ten westen van de Rijn, nam de bestuurlijke indeling over. Dit werd in 1845 bekrachtigd in de gemeentelijke verordening voor de Rijnprovincie. De territoriale indeling veranderde echter: nu behoorden naast Traben en Trarbach ook Enkirch, Burg en Starkenburg tot de gemeente. Vanaf 1856 viel Trarbach onder de bepalingen van de Rijnprovincie. De stad had van oudsher al een stedelijke structuur. Dit kwam vooral tot uitdrukking in de verscheidenheid aan bedrijven die er gevestigd waren en in de dominante positie van de kooplieden.
Langzaamaan werd Traben in de loop van de 19e eeuw economisch steeds belangrijker. Het gebied, dat voornamelijk uit landbouwgrond bestond en vooral gericht was op wijnbouw, begon voor de wijnhandelaren uit Trarbach interessant te worden. Zeker na de stadsbrand in Trarbach van 1857 trokken bekende wijnhandelaren naar Traben. Daar richtten zij een wijngroothandel op, die ervoor zorgde dat de gemeente een aanzienlijke economische voorsprong verwierf ten opzichte van de naburige gemeente. De stadsbrand die in 1879 in Traben uitbrak, kon niet voorkomen dat de gemeente nog verder opbloeide. Zowel qua bevolkingsaantal als qua belastingsopbrengst liet Traben in de loop van de jaren ’90 van de 19e eeuw de stad Trarbach achter zich. De nieuwe wijnwet van 1892, die beschreef dat er suiker aan de wijn toegevoegd mocht worden zonder dat het gehalte vermeld hoefde te worden, zou hier mede verantwoordelijk voor zijn. Tegelijkertijd floreerde de handel door de aansluiting van het grondgebied bij Pruisen. Als protestantse enclave in het aartsbisdom Trier werden betrekkingen onderhouden met andere protestantse landen en gebieden.
Door de economische opleving groeide in Traben ook het politieke zelfbewustzijn. Met het opheffen van de gemeente Trarbach (1884) werd Traben een zelfstandige gemeente, waarvan de burgemeester ook de stad Trarbach bestuurde. Pas tien jaar later kreeg Traben een eigen burgemeester. Nu kon de stad zich los gaan maken van Trarbach. Na moeizame onderhandelingen werd uiteindelijk toch besloten om beide plaatsen samen te voegen tot één gemeente. Dit werd op 26 maart 1904 officieel bekrachtigd.
Stedenbouwkundige ontwikkeling
Door de stadsbranden in 1857 en 1879 werden de oude stadskernen van Traben en Trarbach bijna volledig verwoest. Aan het einde van de 19e eeuw werd er druk begonnen met de wederopbouw. Dit ging gepaard met de economische opleving van de beide plaatsen aan de Moezel. Vooral in Traben werd aan het begin van de 20e eeuw een groot deel van de openbare instellingen ondergebracht in nieuwe gebouwen. Het begon met de bouw van het raadhuis van Traben in 1900. Daarna volgden het nieuwe station (1904) en het postkantoor (1908). In Trarbach werden het gymnasium (1905) en het kurhaus Wildstein (1901, uitbreiding 1905/1907) gebouwd. De gebouwen zijn opgetrokken in de stijl van het historisme en de vakwerkarchitectuur van het Moezelland. Al rond 1812 werd overwogen een brug over de Moezel aan te leggen. Deze discussie laaide nu weer op. Naast de stad Trarbach had vooral het bestuur van Koblenz belang bij deze wegverbinding. De bouw van de brug (1898/1899) werd voor het grootste deel gefinancierd door de stad Trarbach en het district Koblenz.
(bron:/www.traben-trarbach.de)
Hier zijn de foto's die zijn genomen in en om Traben-Trarbach tijdens onze zomer vakantie in 2013